Na de oorlog was hij vanaf 1946 een aantal jaren leraar
natuur- en scheikunde. Nadat hij in 1949 in Delft was
afgestudeerd als scheikundig ingenieur, ging hij sociale
psychologie en pedagogiek studeren in Amsterdam. Deze
studie sloot hij af met het proefschrift Leiderschaps
vormen in de schoolklas (1963). Daarna was hij werkzaam
op het gebied van leraarsopleiding en onderwijsexperi-
menten (zoals de brugklas).


Hij was verbonden als docent aan de Stichting Nutssemi-
narium aan de Universiteit van Amsterdam. Aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam was hij eerst (vanaf 1966)
verbonden als lector en vanaf 1970 als buitengewoon
hoogleraar met als leeropdracht toegepaste groepspsycho-
logie en gesprekstechniek tot zijn afscheid in 1988.
Daarnaast had hij nog een eigen adviespraktijk en was
o.a. wetenschappelijk adviseur van de Raio- opleiding.

Na zijn pensioen heeft hij nog jarenlang (tot 1998)
kursussen gegeven in de mentaliteitenleer
op de ISVW in Leusden.
In 1994 heeft hij de Stichting Onderwijs Mentaliteitenleer
(S.O.M.) opgericht, waarvan hij tot vlak voor zijn dood
voorzitter van is geweest.